samenstelling doodaas tuig 

 

 

 

 

 

 

Dmv deze tekening zal ik uitleggen hoe het tuig in elkaar steekt ,alle onderdelen die hier getekend zijn kun je op de foto terug vinden 

  1. dobber met opgedraaid lood
  2. connector
  3. connector met wartel
  4. steekdobber
  5. zelf aangepaste dreg
  6. dreg direct aan staaldraadje van 9 cm
  7. staaldraad 40cm lang
  8. sileconenslang 2mm lengte 10 cm 

De dobber is zelf gemaakt hier is het niet belangrijk wat het drijfvermogen is maar wel dat er een voldoende lange antenne op zit . De dobber heb ik voorzien van lood zodat deze uit zichzelf al gaat staan en wel zo dat hij nog net op het grote drijflichaam blijft drijven, onder aan de dobber monteer ik een wartel voor een schuifmontage, vergeet geen stuitjes te monteren ,onder de dobber komt de steekdobber deze moet voldoende drijfvermogen hebben om je dode aasvis drijvend te houden dan komt de wartel met connector op de lijn en daaraan het staaldraad ,op het staaldraad schuif je een stukje slang van 2cm ,in de onderste lus van het staaldraad komt de enkele connector hierin hang je de aangepaste dreg en de dreg met staaldraad nu sluit je de connector zodat de dreg en staaldraad in het oogje hangen nu schuif je het stukje slang over de connector tot aan de dreg en er is een topper van een verbinding ontstaan nu alleen de aasvis nog en uitloden het geheel.

Uitloden we gaan toch snoeken, ja als ik er mee ga vissen prik ik van de aasvis de zwemblaas lek zodat deze zinkt,de steekdobber moet nog blijven drijven ,nu monteer ik boven het staaldraad net zoveel lood dat de steekdobber naar de bodem zweeft en als de schuif dobber op een halve water diepte staat afgesteld dan moet deze op het gewicht niet verder ondergaan dan het top kurkje,zo kan je zien of je op grond vist of zwevend. Deze montage in combinatie met gevlochten lijn behoeft geen zijltje om te gaan drijven.

De aasvis prik ik op de langste dregpunt en wel op die plek dat als de vis in het water ligt hij horizontaal hangt of met de kop licht naar beneden, zo vis ik statisch ,als ik ga slepen dan verplaats ik de dreg in de rug iets meer richting de kop dan neemt de vis tijdens het slepen een natuurlijkere houding aan.. Het is niet voor niets snoeken is zoeken.                    

Met slepen is de dreg op de rug van de linker vis te veel naar de rugvin geplaatst daarom gaat de kop naar beneden met slepen.Bij de rechter vis is de haak meer naar de kop geplaatst wat met slepen de vis een rechtere houding in het water geeft alleen als je nu weer statisch gaat vissen moet je de dreg weer een stukje naar de rugvin plaatsen zoals bij de linker vis, doe je dit niet dan hangt de vis met zijn staart naar de bodem aan de haak wat niet zeggen wil dat je er dan geen beet aan krijgt, maar de ervaring leert ,in ieder geval op het water waar wij vissen, dat je minder aanbeten krijgt.

       

 

Ik heb het tuig waar we mee vissen op de gevoelige plaat gezet zodat te zien is hoe de opbouw is,let niet op het staaldraad dat is inmiddels al weer aan vervanging toe zoveel kronkels als er in zitten. Voor het goede moet het staaldraad mooi strak zijn deze wirwar kan snel argwaan opwekken bij de snoek en blijven de aanbeten uit of je hebt last van los laters, omdat na het pakken van de vis het staaldraad tegen de snoek op kronkelt en dat vind deze niet prettig.  Hier kan je aan de hoeveelheid loodjes zien dat het tuig uitgelood word, met de vis aan de haak.Van de achterste dreg is 1 haak verbogen, dit is gedaan om hem makkelijker uit de vis te slaan, een normale punt sla je dieper de vis in en dan moet je de hele aasvis met aanslaan door de bek van de snoek trekken om de haak goed te kunnen zetten het, nadeel is dat de haak met verre worpen er nog wel eens uit schiet maar blijft dan wel nog zijn werk doen omdat hij tegen de vis naar beneden hangt.       

De takel doet misschien een beetje vreemd aan maar is bijzonder effectief. Voordat we tot dit concept kwamen zijn er heel wat ontwerpen aan stukken geknipt. We hadden ons als doel gesteld een ontwerp te creëren dat volstond aan een vang percentage van 90% , als je dat wilt bereiken moeten er kleine dingen verandert worden en dat komt niet vanzelf .Het is 1 maal gebeurt dat ik een pas geknutseld takeltje nog de zelfde dag heb laten zwemmen, niet zo vreemd denk ik 24 aanbeten en maar 7 kleintjes vangen deze takel heeft het nog gered tot de vuilnis bak die dag .Normaal testen we zeker 4 visdagen en brengen dan pas veranderingen aan.De takel op de foto heeft met dood aas op de manier zoals wij vissen een vang percentage van 87%, gerekend over een geheel seizoen. Zolang doet deze uitvoering al zijn werk